Frans Daels
Frans Daels is geboren in Antwerpen op 7 januari 1882 en gestorven in Gent op 22 december 1974. Hij stamt uit een welgestelde Franssprekende Antwerpse familie en volgde da klassieke humaniora aan het St.-Jan Berchmanscoolege in Antwerpen. Aan de Universiteit van Leuven en Gent studeerde hij geneeskunde. Tussen 1906 en 1910 is hij meermaals assistent geweest bij verschillende profs (Gent, Berlijn en Gent). In 1911 kreeg hij de leiding van de gynaecologische en verloskundige klinieken van de Gentse universiteit. Hij organiseerde in Gent het eerste consultatiebureau voor moeders en pasgeboren kinderen. In 1911 stichtte hij het vroedvrouwen tijdschrift en de beroepsvereniging voor vroedvrouwen, naar welk voorbeeld ook elders in het land dergelijke verenigingen ontstonden. In 1913 organiseerde en presideerde hij in Gent een Belgisch vroedvrouwen congres.
In 1914 werd prof. Daels, die vroeger al vrijwillig in de geneeskundige dienst van het leger was getreden, vrijwillig militaire arts. Na de gevechten te Houtem keerde hij met een aantal soldaten dwars door de Duitse linies terug naar het Belgisch leger. Hij werd daarvoor Ridder van de Leopoldsorde: een der eerste eretekens van het Belgische front. Hij bleef 4 jaar aan het IJzerfront, ontving het Oorlogskruis en de IJzermedaille en werd officier in de Leopoldsorde en Commandeur in de Kroonorde.
Na de Eerste Wereldoorlog hervatte hij zijn drukke sociaal-culturele activiteiten. Hij stichtte in Gent een vrije Vlaamse school voor verpleegsters en vroedvrouwen, dat later een provinciale school werd. Hij stichtte de congressen voor verpleegkunde , vroedvrouwkunde en Sociale geneeskunde. Zo was hij ook medestichter van het Vlaemsch geneeskundig tijdschrift, was hij van 1920-1924 voorzitter van het Vlaemsch geneeskundig congres, was van 1924 af vaste secretaris van het Internationaal Verbond van Vroedvrouwenverenigingen.
Ook als wetenschapsman legde de strenge ascetische levende professor een grote activiteit aan de dag. Zijn deskundigheid werd ook buiten de landsgrenzen erkend. Dit wordt bevestigd door zijn verschillende eredoctoraten en door ere –en andere lidmaatschappen van gespecialiseerde genootschappen. Tot op hoge leeftijd en tijdens zijn verblijf in Zwitserland .
Na de Tweede Wereldoorlog hield hij zich bezig met onderzoek in verband met kanker. Ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag ontving hij de dr. Albert Schweitzer-prijs van de J.W. von Goethe-stichting in Basel. Dit omwille van zijn diepe sociale inspiratie die zijn wetenschappelijk en geneeskundig werk heeft bezield.
De Vlaamsgezindheid van Frans Daels, die in 1909 op een voordracht verklaarde Flamingant te zijn uit sociale plicht, werd diep en oor altijd getekend door zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog. Hij was aan het front een der grote promotors van een Christelijk en Sociaal geïnspireerde actie voor de Vlaamse Soldaten. Hij was er mede betrokken bij de oprichting van de Belgische Standaard, was de werkelijke stichter van het secretariaat der Katholieke Vlaamse Hoogstudenten (SKVH) (dat een veelomvattende actie tegen de zedenverwildering ontplooide en naar meer vakkennis streefde). Zo was hij ook een der oprichters van de Heldenhulde, de organisatie die zerkjes met de leuze AVV-VVK op de graven van de Vlaamse gesneuvelden wilde aanbrengen. Frans Daels stelde aan het front vast dat hoe groot de nood van het Volk was en hoezeer het door de "leidende stand" in de steek gelaten werd. Steeds weer zou hij later aandringen op verantwoordelijkheid en verantwoording.
Na de Eerste Wereldoorlog was hij op 24 april 1919 spreker op de eerste gouwdag van de Oost-Vlaamse Jongstudenten. Weldra zou hij actief deelnemen aan de campagne voor amnestie voor de activisten en roerde hij zich bijzonder in de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse Universiteit. In 1924 werd hij voorzitter van de officiële commissie ter vernederlandsing van de Gentse Universiteit en in 1930 voorzitter van de commissie voor Hoger Onderwijs in Vlaanderen.
Zijn
belangrijkste bijdrage tot de Vlaamse Beweging leverde hij tussen de twee
Wereldoorlogen als voorzitter van het Comité der Bedevaarten naar de Graven van
de IJzer. Hij sprak reeds op de Joe English-Hulde te Steenkerke, die in feite
de eerste bedevaart was. Sindsdien weerklonk zijn stem elk jaar over de
IJzervlakte als "Het Geweten van Vlaanderen" en richtte hij zich uit naam van
de Vlaamse gesneuvelden tot de regeerders, de verantwoordelijken en het Volk om
rechtsherstel, plichtsbesef en Vlaams bewustzijn te vragen. Hij wees daarbij elke politiek af dit niet
rechtlijnig was. Hij wilde buiten en boven politieke partijen blijven, omdat
hij meende zo zijn ideaal beter te kunnen dienen. Zijn invloed op de
ontwikkeling van de Vlaamse bewustzijn was in die periode , volgens getuigenis
van Hendrik J. Elias zeer groot. Frans Daels droeg het zijne bij tot de vorming
van een ruim Vlaams Front, onder meer door lid te worden van het leidend comité
ne het Congres der Vlaamsche Concentratie in Leuven (19 juli 1936). Door zijn
actie voor de realisering van zelfstandige wetenschappelijke Academies, door
zijn ijveren voor de oprichting vaan een Academisch Ziekenhuis te Gent en door
zijn medewerking aan de oprichting van Vlaamse kinderzegen (juni 1937).
In juli 1940 richtte hij in Oost-Vlaanderen een sociale hulpactie op (zoals hij vroeger al de universitaire sociale hulp had gesticht), die bij de stichting van Winterhulp in deze organisatie werd opgenomen.
Prof. Daels, die ten tijde van de Spaanse burger oorlog uit sociale motieven de oprichting van ziekenhuizen voor revolutionaire steunde, was principieel tegen het nationaalsocialisme en vreesde de Duitse annexatie politiek. Omdat hij meende dat Vlaanderen "tegenwoordig" moest zijn om zijn belangen te verdedigen, liet ij zich in september 1940 opnemen in de raad van Leiding van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), een raad van advies. Dat hij de leiding wilde nemen over de ziekenhuizen voor Vlaamse Oostfront-vrijwilligers, verklaarde zijn verdedigers uit sociaal gevoel en zijn solidariteit met frontsoldaten, gebaseerd op zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog. Zodra hij zag dat de Vlaamse Oostfront-vrijwilligers door de Duitsers misleid werden, trok hij zich uit deze actie terug. In de Raad der Leiding van het VNV kantte hij zich al gauw tegen de houding van de organisatie, die hij dubbelzinnig noemde. Weldra zag hij in , dat de bezettende overheid een vijandige houding aannam tegenover de verbondenheid der Nederlanden en dat zij een chantagepolitiek voerde door andere organisaties en formaties tegen de het college van secretarissen-generaal en het VNV uit te spelen. Hij was het niet eens de richtingen die werden vertegenwoordigd door organisaties als de Vlaamse SS en de DeVlag. In brieven aan Vlaamse en Duitse instanties protesteerde hij tegen de houding van de bezetter, de deportaties en de censuur. Sommige brieven werden clandistien verspreid door Nederland één, een beweging van Diets verzet binnen het VNV, die hij steunde. Men is ervan overtuigd , dat allen zijn groot prestige hem toen van ingrijpen door de bezettende overheid gered heeft.
Prof. Daels liet de IJzerbedevaarten ook tijdens de oorlog
plaatshebben, zij het in beperkte mate, omdat hij meende dat een herdenking van
vroegere doden niet moest onderbroken worden en omdat hij daarin een
gelegenheid zag om de Vlaamse zelfstandigheid op zijn eigen wijze te doen
uitkomen. Hij weigerde daarbij censuur. Intussen besteedde hij veel tijd en
energie aan allerlei sociaal werk. Bij de bevrijding dook hij onder en week na
drie jaar uit naar Zwitserland. In 1946 werd hij door de krijgsraad in Gent bij
verstek tot de doodstraf veroordeeld. In 1959 mocht hij naar Belgie terugkeren
e zijn werk in het ziekenhuis hervatten.
Op 88-jarige leeftijd moest hij zijn praktijk als geneesheer en als onderzoeker
staken. Sinds zijn terugkeer publiceerde hij nog een paar boeken met
overwegingen van culturele en morele aard.
Geschreven door:
Rolf Waegeman
Geraadpleegde werken:
- Encyclopedie van de Vlaamse beweging
- Ijzerfront
- Vlamingen Gedenkt
- Volksfierheid
- Bladzijden uit de oorlog