Edward en Frans van Raemdonck
Edward van Raemdonck is geboren in Temse op 8 oktober 1895 en Frans Van Raemdonck is geboren in Temse op 24 januari 1897.
Beiden studeerden te Temse en te Geraardsbergen. Frans studeerde ook in 1912-1913 aan het Jozefientencollege te Leuven. In augustus 1913 richtten zij samen met andere vrienden de kring "Onder Ons "op in Temse. Frans ontpopte er zicht tot de dichter Joris Sylphe, wiens werk in 1919 door O. Dambre werd gepubliceerd als: De Zielenzang van Joris Sylphe (in 1922 heruitgegeven als: De Zielenzang van Frans van Raemdonck).
Met 44 kameraden meldden zij zich in 1914 als oorlogsvrijwilliger. Tot 20 juni 1915 leefden zij samen aan het front. Hun wegen werden gescheiden door de verwondingen van Frans van Raemdonck . Frans verbleef in het hospitaal van De Panne en van Rennes. In decmber 1915 werd ook Edward van Raemdonck gewond, hij werd opgenomen in het hospitaal van Calais en daarna in Dieppe. In februari 1916 kruisten hun wegen elkaar aan het front, daar werden zij lid van de Vlaamse Studiekring.
Begin 1917 werden zij samen met anderen, men zegt door hun Vlaams gezindheid, overgeplaatst naar een andere compagnie (4de linieregiment). Met twee andere sergeanten en enkele soldaten, onder leiding a-van een luitenant kregen zij als opdracht in de nacht van 26 op 26 maart 1917 een offensieve patrouille uit te voeren over de IJzer ter hoogte van Stampkot. Deze opdracht werd met succes uitgevoerd en leverde vijf Duitse krijgsgevangenen op. Bij de terugkeer op het verzamelpunt ontdekte Edward dat niemand wist waar zijn broer Frans gebleven was. Hij keerde terug de gevaarlijke zone in om zijn broer te gaan zoeken. Geen van beide keerde terug.
Pas 18 dagen later werden verkenners uitgestuurd richting niemandsland, daar vonden ze 3 lijken, de gebroeders van Raemdonck en soldaat Fievez. De lijken waren op die tijd al serieus ontbonden. Het bevel werd gegeven ze ter plaatste te begraven. Dit gebeurde onder leiding van sergeant Withof. Bij verschillende gevechten werden deze graven tijdens de periode van de oorlog nog 3 keer kapotgeschoten.
Vooral onder de bewoners van Temse, wekte de dood van de broers grote beroering. Een brancardier die betrokken was bij het begraven van de 3 lijken, beweerde dat beide broers in elkaars armen lagen. Deze versie werd gepubliceerd door een familielid in het soldatenbladje: "Onze Temschenaars".
Op verzoek van Clemens de Landsheer, tekende Joe English dit tafereel dat op ruime schaal verspreid werd.
Bij de opgraving van de lijken in 1924 bleek het onmogelijk om de soldaten te identificeren. Ze werden in 1 kist overgebracht en begraven onder de middelste grafsteen van 3 officiële belgische grafstenen in West-Vleteren. Op 2 augustus 1932 werden de resten opgegraven en bijgezet in de crypte van de IJzertoren. Tot op heden werd hierbij niet vermeld dat ook de Waalse soldaat Fievez samen met hen begraven werd.
Het offer van de gebroeders Van Raemdonck blijft echter het symbool van broederliefde
Geschreven door:
Rolf Waegeman
Geraadpleegde werken:
- Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
- diverse teksten uit tijdschriften