Joe English
Joe English werd geboren op 5 augustus 1882 in Brugge. Zijn moeder was van Brugge en zijn vader van Ierland. Als snel bleek dat de jonge Joe English kunstenaarsbloed had. Hij volgde een opleiding als kunstschilder aan de Antwerpse Academie onder toezicht van Juliaan De Vriendt, die vol lof was over het werk van Joe English.
Allicht was het zijn nederigheid die hem tot grote prestaties
bracht, prestaties waarvoor hij belangrijke erkenningen kreeg: tot tweemaal toe,
1904 en 1907, behaalde hij in Rome de tweede prijs. Stilaan kreeg zijn naam
bekendheid zoals ook in de Vlaams studentenbeweging, waar vooral zijn
humoristische tekeningen erg gewaardeerd werden. De waardering was wederzijds
want Joe English ontwierp verschillende studentenvlaggen.
In
1914 brak de oorlog uit en Joe English werd opgeroepen om met zovele anderen de
Duitse opmars te stoppen. Bij de terugtocht kwam hij met een
blindedarmontsteking in het hospitaal terecht. Tijdens zijn herstelperiode
werden zijn tekeningen ook in de legerkringen bekenden men deed hem het
voorstel om na het front een postje te aanvaarden waar hij met zijn tekeningen
alles moest gaan opvrolijken. Dit voorstel beledigde hem zo diep dat hij zijn
onmiddellijke overplaatsing naar het front aanvroeg. Nog niet helemaal hersteld
werd hij overgeplaatst naar een "travailleurseenheid", waar hij mee instond
voor het herstel van de door militaire transporten stuk gereden bestrating. De
kunstenaar werkte zijn handen kapot maar dat lieten zijn vrienden niet zomaar
gebeuren. Zij deden er alles aan om hun kameraad Joe daar weg te krijgen.
Uiteindelijk was het Dr. Frans Daels die de oplossing gevonden had. De grote
autoriteit die Dr. Frans Daels had, verhinderde het "vaderland" niet om hem de
vuile werkjes te laten opknappen. Dr. Frans Daels moest het onderzoek leiden
naar beschermmiddelen tegen de gifgassen die gebruikt werden.
Hij kreeg daarvoor de kans om zich te laten bijstaan door twee "travailleurs" en koos Joe English met zijn kameraad. Als het onderzoek afgelopen was , werd hij plots en heel snel uit zijn job ontslagen en in plaats van hem namen ze een "goede vaderlandse" officier.
Ondertussen had Joe English de tijd gekregen om zich weer op zijn kunst te focussen. Al snel werd hij door het secretariaat der Katholieke Vlaams Hoogstudenten gevraagd om mee te werken aan de actie die toen werd opgezet. De actie was bedoeld om de Vlaamse frontsoldaten op een hoger geestelijk en zedelijk peil te brengen. Door het aanhoudende leven in onmenselijke toestand grepen zedenverwildering en decadentie te overhand. Joe English ging heel graag op het voorstel in en schiep in de daaropvolgende periode zijn allerbekendste werken. Deze werden op postkaarten en sluitzegels afgedrukt en verspreid.
Ook werd hij door aalmoezenier Vandermeulen gevraagd om illustraties te maken voor het bijna afgewerkte "mis- en gebedenboek voor den Vlaamschen soldaat". Voor dit boek ontwierp hij onder andere zijn veelgeprezen O.L.Vrouw aan den IJzer. Aangezien in het gebedenboek ook het "gebed voor Vlaanderen" stond afgedrukt, werd de tweede editie verboden door het "vaderland" en kregen de medewerkers bezoek van de militaire veiligheid.
Er braken echter andere tijden aan voor Joe English. Sinds enige tijd bestond er in het leger een "section artistique" , waarin vooral mensen met een kruiwagen (vanuit Brussel) gelegerd waren. Na veel pogingen van invloedrijke kameraden werd English naar deze eenheid verbannen.
Niet voor lang bleek nadien, want in begin augustus 18918 kreeg hij weer aanvallen van blindedarmontstekingen. Daar waar Dr. Frans Daels onbereikbaar was, moest Joe English het stellen met de militaire artsen die onderlinge discussies hadden over de diagnose. Gevolg van de voor die tijd typerende onkunde was dat de doodzieke twee dagen en een nacht van hier naar daar werd overgebracht. Ziekenwagens waren niet beschikbaar deze moesten beschikbaar blijven om zwaargewonden te vervoeren, maar alleszins niet voor een acute blindedarmontsteking. Uiteindelijk kwam English in het West-Vlaamse Vinkem terecht, waar men hem nog anderhalve dag op zijn brancard lieten liggen. Als uiteindelijk toch een Dokter ter plaatse is en ook Dr. Frans Daels zich over zijn zieke kameraad kan ontfermen, is het te laat.
Joe English stierf in pijn, tijdens de nacht van 31 augustus 1918. Op 3 september werd hij te Steenkerke in Vlaamse aarde gezaaid. English kameraden waren vastberaden om een blijvend huldebetoon aan de kunstenaar op te richten. Pas in het weekend van 4 en 5 september 1920 zou een voorlopig opgericht comité een gedenkteken plaatsten op het graf van Joe English. Dit initiatief zal de geschiedenis ingaan als de eerste IJzerbedevaart. 1932 zal Joe English bijgezet worden in de crypte van de IJzertoren.
"Als Was zijn visioen van 1916 werkelijkheid geworden…".
Krantenknipsel uit het Archief van Jan de Beule
De betekenis van Joe English ligt vooral in zijn beloftevol debuut als schilder, waarover Cyriel Verschaeve berichtte, op zijn zinrijke gelegenheidsgrafiek (prentkaarten, sluitzegels, illustraties voor het Gebedenboek van de Vlaamsche Soldaat, ontwerp van het Heldehuldezerkje en andere) tijdens de Eerste Wereldoorlog, en op de symboliek die vooral in de periode voor 1940 meer bepaald in Vlaamse Studentenmilieus om zijn offervaardige persoonlijkheid werd geweven. Artikelen van Maria Belpaire en van Cyriel Verschaeve hebben zijn bijdrage tot de Vlaamse ontvoogdingsstrijd afdoen geformuleerd.
Gescrhreven door Rolf Waegeman
Geraadpleegde werken :
- Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
- Uit het werk van Joe English